Er bestaat een nauwe relatie tussen de inzet van de robotarm en de operatieruimte. De robotarmverlenging verwijst naar de maximale lengte van een robotarm wanneer deze volledig is uitgestrekt, terwijl de bedieningsruimte verwijst naar het ruimtelijke bereik dat de robot kan bereiken binnen zijn maximale armverlengingsbereik. Hieronder vindt u een gedetailleerde introductie over de relatie tussen de twee:
Tentoonstelling van robotarmen
Definitie:Robotarmextensie verwijst naar de maximale lengte van een robotarm wanneer deze volledig is uitgestrekt, meestal de afstand van het laatste gewricht van de robot tot de basis.
•Beïnvloedende factoren: Het ontwerp van de robot, het aantal en de lengte van de gewrichten kunnen allemaal van invloed zijn op de grootte van de armextensie.
Bedrijfsruimte
Definitie: Operatieruimte verwijst naar het ruimtelijke bereik dat een robot kan bereiken binnen zijn maximale armspanwijdte, inclusief alle mogelijke houdingscombinaties.
•Beïnvloedende factoren: De spanwijdte van de armen, het bewegingsbereik van de gewrichten en de vrijheidsgraden van de robot kunnen allemaal de grootte en vorm van de operatieruimte beïnvloeden.
relatie
1. Bereik van armverlenging en bedieningsruimte:
De toename van de robotarmverlenging leidt meestal tot een uitbreiding van het bereik van de operatieruimte.
De operatieruimte wordt echter niet alleen bepaald door de armspanwijdte, maar ook door het bewegingsbereik en de vrijheidsgraden van het gewricht.
2. Armspanwijdte en vorm van de operatieruimte:
Verschillende armverlengingen en gewrichtsconfiguraties kunnen resulteren in verschillende vormen van de operatieruimte.
Robots met langere armen en een kleiner bewegingsbereik van de gewrichten kunnen bijvoorbeeld een grotere, maar qua vorm beperkte werkruimte hebben.
Integendeel, robots met een kortere armspanwijdte maar een groter gezamenlijk bewegingsbereik kunnen een kleinere maar complexere operatieruimte hebben.
3. Armspanwijdte en toegankelijkheid:
Een grotere armspanwijdte betekent meestal dat robots grotere afstanden kunnen bereiken, waardoor het bereik van de bedieningsruimte groter wordt.
Als het bewegingsbereik van het gewricht echter beperkt is, zelfs met een grote armspanwijdte, kan het voorkomen dat bepaalde specifieke posities niet bereikt kunnen worden.
4. Armspanwijdte en flexibiliteit:
Een kortere armspanwijdte kan soms voor een betere flexibiliteit zorgen omdat er minder interferentie tussen de gewrichten is.
Een langere armspanwijdte kan onderlinge interferentie tussen gewrichten veroorzaken, waardoor de flexibiliteit binnen de operatieruimte wordt beperkt.
Voorbeeld
Robots met een kleinere armspanwijdte: Als ze goed zijn ontworpen, kunnen ze een grotere flexibiliteit en precisie bereiken in een kleinere operatieruimte.
Robots met een grotere armspanwijdte: kunnen in een grotere operatieruimte werken, maar hebben mogelijk complexere gewrichtsconfiguraties nodig om interferentie te voorkomen.
conclusie
De armspanwijdte van een robot is een belangrijke factor bij het bepalen van het bereik van de operatieruimte, maar de specifieke vorm en grootte van de operatieruimte worden ook beïnvloed door andere factoren zoals het bewegingsbereik van de gewrichten, vrijheidsgraden, etc. Bij het ontwerpen en selecteren robots, is het noodzakelijk om de relatie tussen de armspanwijdte en de bedieningsruimte uitgebreid in overweging te nemen om aan de specifieke toepassingsvereisten te voldoen.
Posttijd: 12 oktober 2024